wanneer de machinist zijn misthoorn over het perron laat schallen
knik ik naar conducteurs en struin langs straten vol scholierengebral

vrijdag geurt naar mist en merlot
die ademt op de tafel

uientranen eieren melk verloren
vormen een verbond met de ringen

de blikken burcht bekleed met het deeg
het glazige goedje verovert de binnenplaats

het zal de avond niet halen